FEITEN EN KENMERKEN
Het Angelman Syndroom (AS) is een genetische aandoening waardoor er een stoornis ontstaat in de hersenontwikkeling. Dit leidt tot een verstandelijke beperking en ongewoon gedrag. Ook hebben de kinderen meestal epilepsie. De diagnose kan worden vermoed als sprake is van een aantal van de kenmerken van AS.
Kenmerken die bij alle AS kinderen gezien worden
- Ontwikkelingsachterstand. Deze wordt vaak in de loop van het eerste levensjaar duidelijk.
- Ernstige stoornis in expressieve taal; dat wil zeggen woord- en taalgebruik. Kinderen met AS spreken niet of hooguit losse woorden.
- Stoornis in het bewegingspatroon met houterig en schokkerig bewegen.
Kenmerken die bij de meerderheid van de AS kinderen gezien worden
- Slaapstoornissen
- Achterblijven van de schedelgroei. Het hoofd is bij de geboorte normaal van grootte, maar groeit daarna minder hard zodat het geleidelijk te klein is in vergelijking met leeftijdsgenootjes.
- Epilepsie met een typisch EEG.
Andere kenmerken die vaak bij AS voorkomen
- afgeplat achterhoofd (brachycephalie).
- overmatige tong bewegingen en kwijlen.
- problemen met zuigen en slikken in de eerste jaren.
- geleidelijk ontwikkelen van typische gelaatskenmerken: brede mond met ruimte tussen de tanden, vooruitstekende kin.
- Blond haar en blauwe ogen door verminderde pigment aanmaak.
- Fascinatie voor water en glinsterende voorwerpen.
- Scheel zien.
- Vaak vingers of voorwerpen in mond steken.
- Lachbuien.
- Overgevoeligheid voor hitte.
- Bewegingsonrust, fladderen met de handen, snel afgeleid zijn.
- Bij oudere kinderen neiging tot teveel eten en overgewicht.
- Vanaf de puberteit krom groeien van de rug (scoliose).
Gezondheid
Bij mensen met Angelman syndroom komen gezondheidsproblemen wat vaker voor dan bij leeftijdgenoten, met name op kinderleeftijd. Daarom komen kinderen met Angelman syndroom vaker bij de dokter, meestal de kno-arts of de kinderarts.
Voedingsproblemen bij babies
De baby drinkt meestal slecht. Dit komt waarschijnlijk doordat de spieren vrij slap zijn waardoor er onvoldoende kracht is om te zuigen. Om deze reden lukt het geven van borstvoeding vaak niet goed. Verder bestaat er meer kans op verslikken tijdens het drinken.
Ogen
Bij kinderen met Angelman komt scheelzien vaak voor. Dit is vaak het geval bij kinderen met Angelman syndroom op basis van een deletie. Bij de deletie ontbreekt namelijk meestal ook het gen dat zorgt voor de pigmentvorming. En pigmentvorming in het netvlies van het oog is van groot belang voor de ontwikkeling van het netvlies en de zenuwen van het oog.
Oren
Op kinderleeftijd komen vaak middenoorontstekingen voor. Vaak helpen hier trommelvliesbuisjes het aantal middenoorontstekingen te beperken.
Regelmatige middenoorontstekingen kunnen leiden tot afname van de geleiding van geluidstrillingen van het trommelvlies naar het binnenoor (geleidings slechthorendheid). Of hier sprake van is kan worden vastgesteld door het maken van een audiogram (kno-arts).
Omhoog komen maaginhoud in slokdarm (reflux)
Bij mensen met Angelman syndroom komt het vaker voor dat er maaginhoud terugkomt in de slokdarm. Dit wordt veroorzaakt door een niet goed functioneren van het afsluitingsmechanisme van de maagingang (hernia diafragmatica). Bij mensen met een rugverkromming (scoliose) komt dit vaker voor.
Reflux veroorzaakt een branderige pijn in de borststreek of de keel. Soms komt er echt voedsel mee naar boven, wat dan weer moet worden doorgeslikt. Het inmiddels door het maagsap zuur geworden voedsel, kan het tandglazuur aantasten. Ook opboeren komt vaker voor. De opgeboerde lucht ruikt zuur. Deze problemen doet zich vaker voor in liggende houding of bij het vooroverbukken, met name na een maaltijd. Ook 's nachts in bed kunnen er klachten optreden. Vaak is er tegelijk een toename van de speekselvorming die, indien doorgeslikt, de zure maaginhoud wat neutraliseert. Veel kwijlen, 's morgens een natte plek op het hoofdkussen en een zure lucht uit de mond zijn signalen voor de aanwezigheid van reflux. Ook aantasting van het tandglazuur is een sterke aanwijzing.
Voor reflux zijn tegenwoordig goed werkzame medicijnen beschikbaar.
Luchtweginfecties
Luchtweginfecties komen bij kinderen en volwassenen met Angelman syndroom vaker voor. Op zeer jonge leeftijd heeft dit te maken met de grotere kans op verslikken tijdens drinken. Op latere leeftijd kan het samenhangen met het omhoog komen van maaginhoud in de slokdarm (reflux), waarbij maaginhoud zover omhoog kan komen dat er een beetje van in de luchtpijp komt.
Verkromming rug (scoliose)
Bij een op de tien kinderen met Angelman syndroom bestaat er de neiging tot krom groeien van de rug. Dit kan al vanaf het vijfde jaar beginnen. Regelmatige controle van de rug is daarom nodig om het ontstaan van een verkromming vroegtijdig op te sporen. Het risico op een verkromming van de rug is bij meisjes groter dan bij jongens.
Verbranden snel in de zon
Drie van de vier kinderen met Angelman syndroom (doorgaans de kinderen met een deletie) hebben een lichte huidskleur, blond haar en blauwe ogen, doordat er in de huid te weinig pigment tot ontwikkeling is gekomen. Zij verbranden daardoor snel in de zon.
De oorzaak van de lichte huidskleur is een tekort aan huidpigment. Het gen dat zorgt voor een normale pigmentvorming in de huid zit vlak naast het UBE3A gen en is daardoor bij Angelman syndroom als gevolg van de deletie ook afwezig.
Voeten
De voeten blijven in groei achter bij leeftijdgenoten. Doorgezakte voeten (platvoeten) komen bij kinderen met Angelman syndroom op den duur vaak voor. Ook kunnen de voeten wat naar buiten kantelen, waardoor het lichaamsgewicht steeds meer op de binnenkant van de voeten rust. Stevige schoenen en eventueel later aangepaste schoenen, kunnen het ontstaan of verergeren hiervan vaak voorkomen.
Epilepsie
Epilepsie treedt vaak op (bij 80 - 90% van de kinderen). De eerste aanval treedt meestal op wanneer de kinderen tussen de 18 en 24 maanden oud zijn. Bij één op de vijf begint de epilepsie al voordat ze een jaar oud zijn.
De epilepsie kan zich voordoen in de vorm van volledige toevallen (tonisch-clonisch), maar vaak ook als kortdurende wegrakingen (absenses) of onwillekeurige spiertrekkingen (myoclonus).
Het EEG vertoont naast epilepsiekenkerken ook afwijkingen die speciaal bij Angelman syndroom passen. Soms zijn er op het EEG epileptische ontladingen terwijl er ogenschijnlijk geen toeval plaatsvindt of waarbij het kind slechts wat afwezig is of alleen maar een beetje beverig is. Deze zogeheten nonconvulsive episodes of subtiele myoclonus status kunnen over het hoofd worden gezien.
De toevallen zijn doorgaans goed te behandelen. De epilepsie neemt met de jaren meestal af en verdwijnt soms zelfs geheel. Bij kinderen met Angelman syndroom op basis van de uniparentele disomie is de epilepsie in de regel veel lichter dan in het geval van een deletie.
Natriumvalproaat (Depakine, Orfiril en Propymal) is vaak het eerste keus middel bij de behandeling. Ook clonazepam (Rivotril), ethosuximide (Ethymal en Zarontin), lamotrigine (Lamictal) en topiramaat (Topamax) worden vaak voorgeschreven. Carbamazepine (Tegretol), fenytoïne (Diphantoïne), en vigabatrine (Sabril) kunnen averechts werken en juist een toename van de epilepsie of myoclonieën teweeg brengen. Piracetam (Nootropil) wordt nog wel eens voorgeschreven bij myoclonus (beverigheid).
Gedrag
Kinderen met Angelman syndroom staan erom bekend dat ze vaak lachen. Reeds tijdens de eerste maanden kan duidelijk worden dat de baby vaker lacht, maar in het begin lijkt dit nog normaal en een reactie te zijn op iemand die zich over hem of haar heenbuigt. Vanaf de leeftijd van 3 jaar e maand gaat het lachten opvallen. Later kan dit toenemen tot echte lach-aanvallen (vanaf 3e jaar). Later kunnen er perioden met lachen optreden die spontaan ontstaan.
Gedrag is gericht op hun mond
Kinderen met Angelman syndroom zijn erg gericht op hun mond. Ze bewegen hun tong vaak (tongue thrusting) en stoppen hun vingers (soms zelfs hun tenen), maar ook voorwerpen, vaak in de mond (mouthing behavior). De mond lijkt gebruikt te worden om voorwerpen af te tasten. Daardoor wordt de speekselvorming gestimuleerd, waardoor kinderen en volwassenen met Angelman syndroom vaak veel kwijlen.
Druk ("ADHD-achtig") gedrag
Het zich concentreren op een bepaald voorwerp of een bepaalde bezigheid is voor kinderen met Angelman syndroom erg moeilijk. Vaak zie je ze onophoudelijk en schijnbaar doelloos van het ene speeltje naar het andere gaan, waarbij ze dan weer de hand en dan weer een speeltje in hun mond stoppen. Door dit doelloze van het ene naar het andere voorwerp gaan, lijkt er sprake te zijn van hyperactiviteit, zoals bij ADHD. Andere kinderen moeten het daarbij wel eens ontgelden, bijvoorbeeld door krabben of aan de haren trekken.
Fascinatie voor water
Kinderen met Angelman syndroom zijn vrij eigenzinnig in hun gedrag. Ze zijn nieuwsgierig van aard en zien geen gevaar. Dat kan problemen geven in de buurt van open water, omdat ze erg van water houden en graag zwemmen. Als je niet oplet springen ze zo gekleed en wel in het water. Ze hebben ook een fascinatie voor reflecterende oppervlakken (zoals spiegels) en plastic, spelen graag met ballonnen en met speelgoed dat geluid (lawaai) veroorzaakt. Televisie is ook een favoriete bezigheid. Daarbij kijken ze liever naar slapsticks dan naar tekenfilms.
Gedragsproblemen
Kinderen met Angelman syndroom zijn geïnteresseerd in hun omgeving en kunnen sociale contacten ontwikkelen. Doordat ze zich niet met woorden kunnen uiten, kan er nogal eens agressief gedrag gaan ontstaan, zoals aan de haren trekken, krabben, slaan of bijten. Dit kan een manier zijn van het kind om de aandacht te trekken omdat het iets wil. Het kan dit immers niet met woorden aangeven. Als dit gedrag niet wordt aangepakt en het kind niet aangeleerd wordt zich op een andere manier te uiten, kan het gedrag blijvend worden.